Verder winkelen

M. de jongen met TOS, die kwam, zag en overwon.

24 juni 2019

Fijne referentie van ouders na een traject van 15 maanden (incl. schoolvakanties), over hun zoon met TOS. Van intensieve hulp (cluster 2) in groep 1 en 2, naar zònder hulp en vol vertrouwen naar groep 3.

Lieve Edith,

“In januari 2018 kregen we een tip van een ouder die we kenden via Kentalis, om met M. een keer naar jou toe te gaan. Na het bezoeken van jouw lezing, waarin je heel duidelijk uitlegde wat primaire reflexen, en vooral het niet integreren ervan, met een persoon kan doen. Zo zijn we in maart 2018 met M. bij jou gestart met een traject reflexintegratie.

M. zat op dat moment bij Kentalis, waar hij in januari 2017 met 3,8 jaar terecht gekomen is, voor een taal ontwikkelingsstoornis (TOS). Toen hij 4 jaar was, is er een samenwerking tussen Kentalis en de basisschool ontstaan. Hij ging twee dagen naar de basisschool en 2 dagen naar Kentalis. Hij heeft hier veel geleerd. Maar toch bleef zijn taalontwikkeling achter en ging hij in april 2018 volledig naar de basisschool met een medium arrangement vanuit Auris (cluster 2).

M. is een lieve jongen die in die tijd alles spannend vond. Hij hing heel erg aan mij. Hij was vaak erg emotioneel als hij mij niet kon zien, of als hij mij moest achter laten. Hij was bang voor harde geluiden en kon daarvan helemaal in paniek zijn. Hij had moeite om op woorden te komen en vertellen wat er in hem omging was helemaal moeilijk. Vaak wilde hij ons iets duidelijk maken, maar via woorden lukte dit hem niet. Wel was hij vindingrijk en gebruikte dan voorwerpen om duidelijk te maken wat hij wilde.

In deze periode zijn we ook gestart bij jou met reflexintegratie. Het was een heftige, maar ook een hele vertrouwde tijd. M. ging met heel veel plezier naar jou toe. Thuis oefenden we trouw de oefeningen die we van je meekregen. Alles van wat je van te voren aangaf aan gedrag, of mogelijke reacties, kwam uit. Zo vertelde je dat het mogelijk was dat M. vaker naar de wc zou moeten gaan. Dit gebeurde ook. Soms wel twee keer per kwartier. Het werd op een gegeven moment zo erg dat we maar een briefje voor de juf schreven dat als M. naar de wc zou moeten, ook al was hij net geweest, laat hem dan alsjeblieft gaan. Dit duurde een week en van de ene op de andere dag was de gang naar de wc weer normaal.

Ook deed je de angstreflexen bij hem. Je vertelde dat hij daar de volgende dag(en) een reactie op zou kunnen krijgen in de vorm van een kort lontje e.d. Wij konden ons er moeilijk een voorstelling bij maken, totdat we de volgende ochtend met M. op het voetbalveld stonden. Op zaterdag gaat hij altijd een uurtje trainen bij de hummels. M. stond daar die training een uur in het veld gestaan met zijn vinger in zijn mond en in elkaar duikend als de bal naar hem toe kwam. De jongens die de hummels trainden, hebben nog geprobeerd om hem bij het spel te betrekken maar dat lukte niet. Ik heb nog gevraagd of hij liever naar huis wilde, maar dat wilde hij ook niet. Hij wilde blijven. De week erna voetbalde hij weer met veel plezier mee bij de hummels. Deze reactie is nog een aantal keren voorgekomen, maar was daarna over.

Je vertelde ook dat M. heel emotioneel zou kunnen worden. Ook dit gebeurde. Het was op een bepaald moment zo erg dat de juf op school vertelde dat hij een hele dag heel intens gehuild heeft (huilen = helen vertelde je ons), waarbij er geen duidelijke aanleiding voor was. De juf hebben wij ook steeds verteld over de voortgang van het traject, waar zij ook zeer geïnteresseerd in was. Ze stond er heel open voor en stelde veel vragen.

Op een gegeven moment vertelde je dat M. in de peuterpuberteit terecht zou komen. Hij was toen vijf jaar oud. De peuterpuberteit had M. over-geslagen. Door zijn continue gevoel van onveiligheid op jonge leeftijd, was hij altijd gehoorzaam. Hij had toen geen eigen willetje en geen “nee- fase”(wat normaal is), waar ik iedereen altijd over hoorde. Wij konden blindelings vertrouwen dat M. altijd deed wat wij zeiden. Maar ineens was dat over. M. begon grenzen op te zoeken en aan te geven en hij begon “nee” te zeggen. Hij liep ineens zo maar bij ons vandaan als we ergens waren, om dingen te onderzoeken. De nieuwsgierigheid begon het te winnen van de angsten. Een ervaring die wij tot dan toe nog nooit met hem hadden meegemaakt als ouders. Wij waren ontroerd door deze prachtige stappen in zijn ontwikkeling.

M. ontwikkelde zich vervolgens in hele grote sprongen. Het spreken begon hij steeds beter onder de knie te krijgen. Hij begon zinnen te zeggen, die al snel langer werden. M. nam op een gegeven moment geen blad meer voor de mond en ging ook spontaan tegen mensen te praten. Deze sprongen werden ook waargenomen door de juf op de basisschool en door Auris.

Ook ik als moeder, kon altijd bij je terecht met mijn vragen. Je legde dan rustig uit hoe zijn ontwikkeling er op dat moment aan toe was en met welk hersengebied de ontwikkelingsstap te maken had. Het was altijd heel erg fijn om dat te horen. Ik zag in M. altijd een jongen die heel nieuwsgierig in de wereld om hem heen, maar niet de beschikking had over de juiste spraak/taalvaardigheden om dit te vertellen aan ons of anderen. Hierdoor leek het alsof hij niets kon en geen interesse in veel zaken had. Jij vertelde ons dat dit niet het geval is, maar dat M. veel waarnam en in zich opnam. Dit is uitgekomen. M. is als een spons en zijn kennis kan er nu uitkomen omdat de schroom en angst hem niet meer belemmert. Nu na iets meer dan een jaar traject, heeft M. zoveel interesse in de wereld om hem heen. Hij stelt vragen, onthoudt dingen die je hem verteld hebt feilloos en laat dit ook op school zien.

Nu ruim een jaar later is alle hulp vanuit externe instanties, zoals Auris en Kentalis stopgezet, omdat hij zulke mooie sprongen maakt. M. heeft zich dankzij jou, ontwikkeld van een jongen die hulp nodig had van het speciaal onderwijs, naar een jongen die nu zonder hulp en zonder zorgen van de juf, maar vol (zelf)vertrouwen, doorgaat naar groep 3 van het regulier onderwijs. M. heeft er veel zin in om de volgende stap in zijn ontwikkeling te zetten, namelijk doorgaan naar groep 3. Hij heeft geen idee wat hem te wachten staat, maar heeft wel alle vertrouwen gekregen dat hij deze tap aankan kan, door reflexintegratie.

M. is niet meer bang voor de wereld. Hij heeft de rugzak vol storende primaire reflexen leeggegooid en vervolgens gevuld met een bak zelfvertrouwen en positieve ervaringen om de wereld aan te kunnen. Wij als ouders hebben dat vertrouwen nu ook; ook wij zijn met hem meegegroeid. Wij zijn jou heel dankbaar dat je in ons leven bent gekomen en dit aan M. en ons hebt meegegeven.

Dank je wel voor alles wat je voor M. en ons hebt gedaan.”

M. J en M.