Onze hersenen zijn globaal verdeeld in twee helften. De linker- en de rechter hersenhelft. Deze hersenhelften bestaan weer uit verschillende gebieden (kwabben),met ieder hun eigen functie. Je zou het eigenlijk kunnen zien als een groot systeem van samenwerkende systemen. Deze systemen werken continu samen. Dit is vergelijkbaar met onze ingewanden; dit is een verzamelnaam voor allerlei verschillende organen die ieder hun eigen functie hebben,maar ook samenwerken. Ieder hersenhelft/-gebied heeft een aantal specifieke kenmerken en kwaliteiten.
De verbindingen tussen de verschillende gebieden, maken dat we bepaalde zaken goed of minder goed beheersen. Bij de geboorte beschikken wij als mensen al over honderd miljarden zenuwcellen met al zeer veel verbindingen die gevormd zijn tussen neuronen. Deze verbindingen zijn echter veelal nog niet functioneel. In de ontwikkeling van de mens zijn er steeds andere hersengebieden “meer actief”, waardoor zij zich zich in verschillende levensfasen kunnen ontwikkelen. Dit doen we door zintuigelijke waarneming en door te ondergaan (ervaren). Hoe meer ervaring wij op doen, hoe efficiënter de verbindingen tussen de verschillende hersengebieden gaan verlopen; de enorme hoeveelheid kleine weggetjes, vormen zich tot een vlot doorstromend snelwegennet.
Duidelijk is dus dat we gedurende ons hele leven zoveel mogelijk verschillende zintuigen moeten gebruiken om tot leren en automatiseren te komen. Dat doen we door te zien, te voelen, te ruiken, te proeven, te beleven en te horen. Zeker in de eerste vier tot vijf levensjaren, leren we bij voorkeur door de vier eerstgenoemde zintuigen veelal te gebruiken; bij voorkeur belevend leren en niet-talig. Het taal-denken ontwikkelt zich wel in die eerste jaren; klanken worden woorden, woorden worden zinnen, enz., maar is van ondergeschikt belang. Na het vijfde levensjaar maken mensen òf een omslag naar het taaldenken/ leren, òf houden een voorkeur voor het visueel/belevingsgericht denken en leren. Sommige mensen maken geen echte omslag; zij maken blijvend gebruik van de beide manieren van denken.
Vanuit het NLP (Neuro Linguïstisch Programming), en in de Kernvisiemethode kennen we 4 leerstijlen;
Auditief (horen),
Digitaal (denken),
Visueel (zien) en
Kinestetisch (voelen)
Welke gebieden in de hersenhelften je bij voorkeur gebruikt tijdens het leren, is afhankelijk van je voorkeursleerstijl. De mensen met een linksgeoriënteerde leerstijl, leren bij voorkeur auditief/ digitaal (horen en denken) en hebben de meeste activiteit in de linkerhersenhelft. De mensen met een rechtsgeoriënteerde leerstijl, leren bij voorkeur visueel/kinesthetisch (zien en voelen) en hebben meer activiteit in de rechterhersenhelft. Er zijn ook mensen die beide hersenhelften evenveel gebruiken. Deze personen hebben de mogelijkheid om de talenten van beide helften te benutten. Beide hersenhelften zijn actief tijdens het leren, dus iedereen gebruikt alle systemen (auditief, digitaal, visueel en kinesthetisch), echter de voorkeur voor welk systeem als eerste wordt aangesproken tijdens het leerproces, verschilt van persoon tot persoon. Iedere hersenhelft heeft zijn kwaliteiten.