Verder winkelen

Herken de storende reflexen !!!

26 mrt 2017

Wat hebben goed bewegen, goed leren, goed kunnen lezen/rekenen en een goed gerijpt zenuwstelsel met elkaar te maken ?

Herken de storende reflexen !!!

Kinderen die slecht eten/eten weigeren, reflux, Veel spugen, de hele dag door huilen, overstrekken (KISS.KIDD syndroom), hoofdbonken, niet/weinig kruipen, laat praten/ zwak articuleren, laat en/of niet rechtop lopen, chronische oorontstekingen, ADHD, ADD, dyslexie, dyscalculie hekel aan bewegen/ overmatig bewegen, moeite met bal vangen, weinig energie hebben enz.; zijn allemaal indicatoren voor nog (zeer veel) storende primaire reflexen. Hierdoor hebben de houdingsreflexen zich ook niet goed ontwikkeld.

De houdings-reflexen volgen op de primaire reflexen en helpen ons de rest van ons leven om te gaan met de zwaartekracht. Zonder goed ontwikkelde houdingsreflexen blijft onze coördinatie, het gevoel voor balans en ons contact met de grond zeer zwak en hebben we moeite onze omgeving goed visueel in te schatten omdat we ons hoofd niet goed kunnen rechten en te levelen met de horizon. Dit levert problemen op met lezen, schrijven, overschrijven van het bord, coördineren van simpele en complexe bewegingen. De houdingsreflexen helpen verder mee met het organiseren van ons lichaam langs de verticale lijn en rond ons lichaamscentrum (t.h.v. de navel).

Hoe meer we t.o.v. die verticale lijn afwijken (voor/achter, links/rechts), hoe meer moeite we hebben met lopen, rennen, draaien, plannen en organiseren van simpele tot complexe taken. Kortom; Hoe beter deze organisatie (op neurologisch niveau !!!) voor elkaar is, hoe gemakkelijker we (moeilijke) taken en bewegingen voor elkaar krijgen. Houdingsreflexen kunnen ALLEEN goed tot ontwikkeling komen als de primaire/kinderlijke reflexen goed onder controle zijn gekomen van hoger gelegen hersengebieden als Limische systeem en neo- cortex.

Primaire reflexen ontwikkelen zich vanaf de 5e week van de zwangerschap, helpen actief mee bij het (normale) geboorteproces van een kind en hebben een actieve rol in het bereiken van alle mijlpalen in de eerste twee levensjaren. Die mijlpalen (rollen, kruipen, zitten, staan lopen; in die volgorde) moeten op vastgezette tijden bereikt worden. Alle mijlpalen die later bereikt worden, of die moeizaam verlopen of maar kort beoefend worden, zijn goede indicatoren voor niet goed integrerende/ geïntegreerde reflexen.

Na de start met reflexintegratie, zie je dat er essentiële zaken veranderen. Bijvoorbeeld dat kinderen ineens in staat zijn tot het decoderen van symbolen (letters in dit geval), wat ze eerder niet leken te kunnen ontwikkelen, of waarmee ze erg veel moeite hadden. Voor lezen en decoderen van letters of van lettergroepjes tot benoemen van woorden, moeten er in het brein verschillende gebieden in actie komen.

Visueel neem je de benodigde informatie op, decodeert de symbolen, koppelt er klanken aan en produceert daarna deze klanken, door de stembanden aan te sturen.. Deze individuele klanken koppelt je aan elkaar tot een woord wat je hardop leest. Dit krijgen sommigen niet of zeer moeizaam voor elkaar, doordat de prikkels niet goed, of te traag doorgezonden worden naar de verschillende gebieden. Zoals je hieruit kunt opmaken, is lezen een complex proces. Hoe rijper het zenuwstelsel, hoe vlotter de prikkels verstuurd worden, hoe vlotter we kunnen decoderen, plakken en benoemen= lezen. Vlot lezen is gemakkelijker begrijpen van wat er in een tekst staat.

Dit geldt ook voor bewegen: skiën, fietsen, op en af stappen met fietsen, touwtje springen, op een kast klimmen en er vanaf springen, enz.; je moet ten eerste staand je evenwicht kunnen houden op twee smalle latten. Vervolgens moet je je lichaam voorover buigen, je knieën buigen, billen naar achteren duwen, jevoeten aansturen om de ski’s in de juiste richting te sturen, je lichaamsgewicht verplaatsen om bochten te kunnen maken en dat alles zonder vallen. Ook moet je de ruimte om je heen goed kunnen inschatten en kunnen beoordelen waar obstakels staan en vervolgens kunnen handelen om het obstakel te kunnen omzeilen. Je kunt je voorstellen dat dit een enorm complexe vaardigheid is. Deze vaardigheden kunnen zich alleen goed ontwikkelen als de primaire reflexen niet meer storen en de houdingsreflexen goed hun werk doen.

De primaire reflexen helpen ons om de drie bewegingsvlakken te ontdekken en het zenuwstelsel goed aan te leggen en te rijpen; de houdingsreflexen helpen ons goed en soepl te bewegen langs drie bewegingsvlakken en de bewegingen op een fijn- motorische manier te maken. De bewegingsvlakken verdelen ons lichaam in verschillende helften. Deze helften moeten neurologisch goede rijpe verbindingen zijn om deze helften fijn- motorisch en geautomatiseerd te kunnen laten samenwerken. Deze drie vlakken zijn:

1. Frontale vlak (Rood- Hersenstam-niveau/ overleven, instinctief handelen) verbindt voor en achterzijde van het lichaam neurologisch met elkaar. Een baby leert als eerste rollen rond de lengte-as. Dit goed en uiteindelijk vlot omrollen van rug naar buik kan alleen maar plaatsvinden als de reflexen in de zwangerschap en rondom de bevalling, in de gelegenheid zijn geweest zich goed te ontwikkelen cq goed getriggerd zijn tijdens de bevalling. Er is een groep primaire reflexen die de baby in staat stellen dit voor/achter gebied (buik/rug) goed te leren ontwikkelen en verkennen.

Hersengebied wat voornamelijk actief is bij de ontwikkeling langs dit vlak, is de hersenstam (reptielenbrein of basale ganglia) en is direct gerelateerd aan je veilig voelen. Veiligheid is een oer/basisbehoefte en daarvoor is oriëntatie nodig.

Waar ben ik of waar zijn anderen/objecten in de ruimte ? Zonder goede oriëntatie geen gevoel van veiligheid, zonder gevoel van veiligheid geen leermogelijkheden omdat we in de overlevingsstand blijven staan. In dit hersengebied wordt een goede neurale basis wordt gelegd door aanwezigheid en juiste aansturing vanuit de primaire reflexen. Hier vanuit kan een kind pas controle krijgen over prikkelinput (filter wat in de hersenstam ligt), balans en bewegingen. Hersenstam en cerebellum (kleine hersenen) werken nauwgezet samen om soepele en gecoördineerde bewegingen te maken.

Kinderen/personen met bewegingsonrust (dit kan aandoen als ADD/ADHD maar ook mensen met Parkinson) hebben dus nog (of wederom) te maken met de van aanwezigheid van primaire reflexen.

2. Transversale vlak (Blauw- Limbische systeem/ emotie, geheugen) zorgt ervoor dat de boven en onderzijde van het lichaam goed met elkaar kunnen samenwerken.

Hoe beter het zenuwstelsel gemyeliniseerd is (lees; rijp is), hoe beter de prikkelgeleiding vanuit de hersenen naar de aan te sturen spieren en organen verloopt. En hoe beter de prikkelgeleiding verloopt, hoe beter de spieren op de juiste momenten kunnen aan,-en ontspannen en er hele minitieuze bewegingscorrecties kunnen worden uitgevoerd. Zo kunnen bewegingen als knieheffen, koprol, salto, inhurken/ uitstrekken, hardlopen, wandelen e.d vloeiend verlopen, omdat we ons bewust zijn van hoe we de bewegingen moeten inzetten. Pas als de bewegingen rondom het frontale vlak goed genoeg ontwikkeld zijn, kunnen we het bewegen rond de transversale as pas goed onderzoeken, ontdekken en ontwikkelen.

Kijk je naar de specifieke hersengebieden, dan hebben we hier te maken met de ontwikkeling van hoger gelegen hersengebieden; Het limbische systeem (zoogdierenbrein). Dit is het gedeelte wat rondom de top van de hersenstam ligt en net onder de grote hersenen ligt. Hierin worden o.a. emoties gereguleerd, nieuwe informatie verwerkt en opgeslagen in het geheugen. Ook ons vermogen om tot leren te komen, motivatie, en beoordelen of we in actie moeten/kunnen komen, vind hier plaats. Door verbeterde werking van dit gebied zie je dat er verbanden wordt gelegd tussen oude en nieuwe informatie en ook tussen binnenen buitenwereld. We kruipen uit ons veilige holletje en durven de werled te gaan ontdekken.

3. Saggitale vlak (Groen- Cortex niveau/ logisch denken, beredeneren, beheersen. leervaardigheden), verdeelt het lichaam in een linker en rechterzijde, waarbij het rijpende zenuwstelsel de verbinding legt tussen deze twee helften. De bewegingen rondom dit vlak kenmerken zich als de kruislingse bewegingen (bijv. linkerarm- rechterbeen), kruipen en bewegingen over de middenlijn heen.

Goede neurale verbindingen tussen de lichaamshelften en een goede prikkeloverdracht tussen linker en rechter hersenhelft (Grote of Neo- Cortex) via het corpus callosum (hersenbalk), gaan hand in hand. Het Corpus Callosum (CC) is en grote kluwen van zenuwbanen die de beide hersenhelften verbindt en waar continue prikkeloverdracht plaatsvindt.

Dit Corpus Callosum is belangrijk voor de verdere myelinisatie van het zenuwstelsel en dat bepaald de snelheid van de prikkeloverdracht. Myeline is een olie- achtige substantie die de zenuwprikkel geleidt. Deze prikkeloverdracht verloopt niet alleen van links naar rechts, maar ook van de voorkant van de hersenen naar de achterkant en van onder naar boven. Hoe beter de prikkelgeleiding tussen beide hersenhelften en de diverse hersenlagen verloopt hoe beter we in staat zijn om leer-(onder)delen te kunnen samenvoegen. Hierin ligt dus ook de basis voor het aan elkaar kunnen plakken van losse klanken tot hele woorden. Als kinderen niet tot lezen komen, of maar blijven hakken (en niet gaan plakken), werkt het CC niet goed. Daarnaast krijgen kinderen (personen) meer grip op plannen en organiseren, automatiseren van leer en bewegingsprocessen en op logisch en beredeneert denken en handelen.

Het CC en de Neo- Cortex kunnen alleen goed gaan werken/bereikt worden als er geen verstoringen meer zijn op hersenstam- en limbische systeem- niveau. Als deze drie hersenlagen goed samen kunnen werken en dus een drie- eenheid vormen, dan is leren in al zijn facetten mogelijk. We weten wie we zijn op een bewust niveau en handelen daarnaar.

Reflexintegratie maakt d.m.v. oefeningen die rijping van het zenuwstelsel mogelijk en daarmee kunnen we grip krijgen op ontwikkeling. In dit specifieke geval op ontwikkelingsachterstand, moeite met leren, lezen, plannen en organiseren van complexe taken en complexe bewegingen zoals skiën.

Door de oefeningen ontstaan er nieuwe en verbeterde neurale verbindingen tussen de drie hersenlagen en tussen de diverse hersengebieden per laag. Hierdoor weet het lichaam beter waar in de ruimte het zich bevindt. Doordat de primaire reflexen al veel minder storen, kunnen de posturale (houdings) reflexen zich beter ontwikkelen, werkt het vestibulaire systeem beter en kan er beter gedeald worden met de zwaartekracht. Meer balans en stabiliteit in zowel letterlijk (beweging) als figuurlijk (emotioneel) opzicht. Hierdoor opent de deur naar de leermogelijkheden, focus, beheersing van beweging, cognitie en gedrag zich steeds verder, ongeacht leeftijd en geslacht.


 0 0 n 00x
  0 o
  00 n 00x